Op 4 mei 1986 wordt de 11-jarige Arthur Ghurahoo gevonden in een greppel in het gebied van Fort Vechten bij Utrecht. Hij was seksueel misbruikt en vermoord. Rechercheurs Rob en Jan beten zich vast in de zaak, maar een doorbraak bleef uit. Na bijna twintig jaar leidde nieuw DNA-onderzoek uiteindelijk toch tot een oplossing. De oplossing kwam desondanks als een schok voor de voormalige korpschef: hij bleek de dader al veertig jaar persoonlijk te kennen.